Algemeen

Deze paragraaf geeft informatie over de mate waarin de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen.
In het ‘Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten’ is aangegeven dat het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle niet-kwantificeerbare risico's.

  • De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Of om niet voorziene daling van inkomsten te compenseren.
  • Niet gekwantificeerde risico's zijn gebeurtenissen waaraan geen bestuurskeuze ten grondslag ligt en waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd. Deze kunnen van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie.

In deze paragraaf zijn opgenomen:

  • het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's
  • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit
  • een inventarisatie van de risico's
  • de ratio weerstandsvermogen.

Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad dat de begroting in continuïteit sluitend is. Een precies sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent echter dat er geen ruimte is voor tegenvallers. Hierdoor kan de uitvoering van de programma’s in gevaar komen. Een financiële buffer is daarom noodzakelijk. Hoe groot die buffer moet zijn hangt af van het risicoprofiel van de gemeente. Factoren die hierbij een rol spelen (onder andere): sociale structuur, groeipotenties en interne bedrijfsvoering.

Vermogenspositie

Om een inzicht te geven in de vermogens- en liquiditeitspositie van de gemeente zijn hieronder de verwachte balans voor 2017 en de meerjarenraming 2018-2020 weergegeven.

Balans gebaseerd op begroting 2017 en meerjarenraming 2018-2020 (bedragen x € 1.000)

ACTIVA

1-1-2017

1-1-2018

1-1-2019

1-1-2020

1-1-2021

Vaste activa

Immateriële vaste activa

0

0

0

0

0

Materiële vaste activa

45.895

43.820

41.290

39.223

37.260

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

77

77

77

77

77

Leningen aan woningbouwcorporaties

7.393

6.346

5.232

4.045

2.780

Overige langlopende geldleningen

1.869

1.654

1.441

1.291

1.139

Uitzettingen met een looptijd > 1 jr

650

502

344

177

0

Totaal vaste activa

55.884

52.399

48.384

44.813

41.256

Vlottende activa

Voorraden:

Onderhanden werk (BIE)

58.845

59.725

53.249

46.301

39.623

Niet in expl. Bouwgr (NIEGG)

1.944

0

0

0

0

Uitzettingen looptijd < 1 jaar

3.979

11.634

- idem, raming deb/vorderingen

6.500

6.500

6.500

6.500

6.500

Liquide middelen

400

400

400

400

400

Overlopende activa

100

100

100

100

100

Totaal vlottende activa

67.789

66.725

60.249

57.280

58.257

Totaal activa

123.673

119.124

108.633

102.093

99.513

PASSIVA

1-1-2017

1-1-2018

1-1-2019

1-1-2020

1-1-2021

Vaste passiva

Eigen vermogen

Algemene reserves

28.558

26.276

24.819

23.227

21.651

Bestemmingsreserves

35.975

36.111

36.673

37.103

37.532

Dekkingsreserves

28.167

27.640

26.359

25.269

24.196

Resultaat

Totaal eigen vermogen

92.700

90.027

87.851

85.599

83.379

Voorzieningen

10.211

9.988

9.604

9.467

9.134

Vaste schulden (looptijd > 1 jaar)

3.691

1.916

139

27

0

Totaal vaste passiva

106.602

101.931

97.594

95.093

92.513

Vlottende passiva

Netto vlottende schulden (looptijd < 1 jr)

10.071

10.193

4.039

- idem, raming cred/nog te betalen

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Overlopende passiva

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Totaal vlottende passiva

17.071

17.193

11.039

7.000

7.000

Totaal passiva

123.673

119.124

108.633

102.093

99.513

Kengetallen financiële positie 

Rekening 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Netto schuldquote

2,8%

24,8%

18,7%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-13,0%

14,3%

5,4%

Solvabiliteitsrisico

78,9%

75,2%

75,6%

Structurele exploitatieruimte

0,8%

0,6%

1,7%

Grondexploitatie

75,0%

78,9%

92,0%

Belastingcapaciteit

94,8%

92,7%

92,5%

Toelichting gehanteerde kengetallen

  • Netto schuldquote (%):
    biedt inzicht in het niveau van de schulden ten opzichte van de eigen middelen. Hoe lager het percentage is, hoe gunstiger de financiële positie.  Het percentage van 18,7% betekent dat er weinig schuld is.
  • Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen:
    wordt berekend overeenkomstig de netto schuldquote, vermeerderd met leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen. Dit kengetal houdt ook rekening met de risico's die gelopen worden bij voornoemde partijen. Hoe lager het percentage is, hoe gunstiger de financiële positie . Het percentage van 5,4% betekent dat er, inclusief de correctie voor de verstrekte leningen weinig schuld is.
  • Solvabiliteitsratio (%):
    geeft inzicht in hoeverre we in staat zijn om aan de financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. Berekend is het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. Hoe hoger het percentage, hoe beter  we in staat zijn om aan onze toekomstige financiële verplichtingen te voldoen. Anders gesteld: hoe hoger ons eigen vermogen is ten opzichte van het totale vermogen, hoe beter we in staat zijn om onze verplichtingen op de lange termijn na te komen. Met solvabiliteitsratio van 75,6% zijn wij in de toekomst goed in staat om aan onze financiële verplichtingen te voldoen.
  • Structurele exploitatieruimte (%):
    dit kengetal berekent de structurele baten minus lasten, gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves gedeeld door de totale baten gecorrigeerd met structurele mutaties in reserves uitgedrukt in een percentage. Hoe hoger het percentage hoe meer ruimte er is voor structurele uitgaven. In financieel opzicht moet ernaar worden gestreefd om structurele lasten zoveel mogelijk af te dekken door structurele baten. Een positief percentage geeft aan dat sprake is van een gezonde balans tussen de structurele uitgaven en de structurele baten.
  • Grondexploitatie (%):
    geeft de verhouding weer tussen de waarde van gronden ten opzichte van de totale baten exclusief mutaties in de reserves. Investeringen in grondexploitaties worden verwerkt in de waarde van de gronden en verhogen onze risico's (en verhogen de waarde van het kengetal). Gerealiseerde verkoopopbrengsten verlagen de waarde van de gronden (en verlagen de waarde van het kengetal). Best heeft op dit moment relatief veel bouwgronden in exploitatie. Op basis van de kwalificatie van het Rijk lopen we relatief veel risico op onze grondexploitaties. Bij verkoop van de bouwgronden neemt het risico af.
  • Belastingcapaciteit (%):
    vergelijkt de lokale lastendruk van een meerpersoonshuishouden in Best met gemiddelde WOZ-waarde voor OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing met de gemiddelde landelijke lastendruk voor een meerpersoons huishouden met gemiddelde WOZ-waarde voor ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Een percentage van 92,5% betekent dat de lokale lastendruk lager is dan de landelijk gemiddelde lastendruk.

De berekende kengetallen zijn op basis van normen van het Rijk in te delen in 3 categorieën:

  • categorie A: minst risicovol
  • categorie B: gemiddeld risicovol
  • categorie C: meest risicovol

In onderstaande tabel worden de kengetallen van Best naast de normen van het Rijk gezet en voorzien van een kwalificatie:

Categorie A

Categorie B

Categorie C

Kengetalbegroting 2017

KwalificatieBest

Netto schuldquote                       

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

18,7%

A

Netto schuldquote gecorrigeerd 

< 90%

tussen 90% en 130%

> 130%

5,4%

A

Solvabiliteitsratio

> 50%

tussen 20% en 50%

< 20%

75,6%

A

Structurele exploitatieruimte

> 0%

0%

< 0%

1,7%

C

Grondexploitatie

< 20%

tussen 20% en 35%

> 35%

92,0%

C

Belastingcapaciteit

< 95%

tussen 95% en 105%

> 105%

92,5%

A

Weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente is als volgt opgebouwd:

  • onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)
  • budget voor het doen van onvoorziene uitgaven
  • vrije algemene reserve
  • stille reserves: het verschil tussen de actuele liquidatiewaarde en de boekwaarde van activa (gemeentelijke eigendommen).

In de onderstaande tabel is de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven:

Weerstandscapaciteit

Bedrag x € 1.000

Jaarlijkse exploitatie :

Onbenutte belastingcapaciteit OZB
Stelpost voor onvoorziene uitgaven

  3.471
      49

Totaal weerstandscapaciteit in de jaarlijkse exploitatie

  3.520

Vermogenssfeer per 1 januari 2017:
Vrije algemene reserve
Stille reserves

   28.558
  1.649

Totaal weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer

  30.207

Voor het afdekken van risico's wordt alleen de weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer gebruikt. De ontwikkeling van deze capaciteit staat in grafiek 2.

Toelichting

Onbenutte belastingcapaciteit onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Voor de OZB wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de zogenaamde artikel 12-norm gehanteerd. Dit is het OZB-tarief dat een gemeente minimaal moet hanteren om in aanmerking te komen voor een artikel 12-uitkering. In de meicirculaire 2016 wordt hiervoor een normpercentage van 0,1927% van de WOZ-waarde aangegeven. De onbenutte belastingcapaciteit OZB betreft het verschil tussen het in de gemeente geldende tarief en het normtarief voor artikel 12-gemeenten.

Onvoorzien

De basis van deze stelpost is de algemene uitkering uit het gemeentefonds 2015 x de norm van de provincie (0,6%). Vanaf 2016 wordt het budget geïndexeerd en wordt er rekening gehouden met een ombuiging van € 50.000. Dit vloeit voort uit de bezuinigingstaakstelling in 2011. Vanaf 2016 wordt het budget voor onvoorziene uitgaven geïndexeerd. Deze stelpost bedraagt in 2017 € 49.000.

Vrije algemene reserve

De vrije algemene reserve is een reserve waarvoor de gemeenteraad nog geen besteding heeft vastgelegd. Deze is niet bestemd voor dekking van bepaalde risico's of verplichtingen. Het saldo van deze reserve bedroeg per 1 januari 2016 € 32.853.000, inclusief de algemene reserves met inkomensfunctie. De algemene reserves met inkomensfunctie zijn in 2016 opgeheven en toegevoegd aan de vrije algemene reserve. Dit is in lijn met de op 11 juli 2016 vastgesteld nota reserves en voorzieningen 2016. Het saldo van de vrije algemene reserve wordt per 1 januari 2017 geraamd op € 28.558.000. Voor een overzicht van de belangrijkste mutaties wordt verwezen naar het overzicht van het geraamde resultaat en mutaties in de reserves.

Stille reserves

Er is sprake van een stille reserve wanneer de actuele liquidatiewaarde van een gemeentelijk eigendom hoger is dan de boekwaarde. Het gaat hierbij om alle gemeentelijke eigendommen die niet voor de openbare dienst bestemd zijn.
Voorbeelden hiervan zijn:

  • landbouwgronden, die (nog) niet in bouwgrondexploitaties zijn opgenomen
  • gebouwen, waaronder woningen

RISICOANALYSE

Per 1 september 2016 is een nieuwe risicoanalyse uitgevoerd. De risicoanalyse wijst uit dat het nieuwe ratio weerstandsvermogen 54,1bedraagt met de classificatie 'uitstekend'. Dit is een stijgingten opzichte van het laatste ratio per 1 april 2016 (zie 1e tussentijdse rapportage 2016: 25,2). Indien het ratio onder de vastgestelde norm van 2 komt, neemt de raad aanvullende besluiten. Een aanvullend besluit is dus niet nodig. Grafiek 1 geeft het verloop van het ratio vanaf 2012.

Grafiek 1 Ratio weerstandsvermogen

Deze analyse blijft beperkt tot de wijzigingen in de risico's per 1 september 2016 ten opzichte van de laatste analyse per 1 april 2016 zoals opgenomen in de 1e tussentijdse rapportage 2016.

Risicogebieden

De schattingen van de volgende risicogebieden zijn gewijzigd ten opzichte van de analyse op 1april 2016:

  1. Grondexploitatie algemeen, Centrumplan en de Vleut

De schatting van het financiële gevolg voor grondexploitatie algemeen is gestegen van € 21.757.100 naar € 31.444.000.
De belangrijkste redenen voor de stijging zijn:

  • hogere schatting van markt- en planningsrisico's
  • hogere schatting van enkele juridische risicobedragen

De schattingen voor het Centrumplan en de Vleut zijn niet veranderd.
De benodigde weerstandscapaciteit voor de grondexploitatie algemeen inclusief Centrumplan en de Vleut bedraagt € 15.589.000. Na het verhogen van de bestemmingsreserve grondexploitaties tot een bedrag van € 15.600.000 is de benodigde weerstandscapaciteit lager dan de bestemmingsreserve. De drie risicogebieden grondexploitaties algemeen, Centrumplan en de Vleut komen daarom niet meer voor in de tabel van risicogebieden (zie: tabel 1).

  1. Gemeenschappelijke regelingen

De schatting van de risicokans is ten opzichte van 1 april 2016 gelijk gebleven. De schatting van het financieel gevolg van dit risicogebied is verhoogd van € 250.000 naar € 300.000. Het argument is de toevoeging van inkoopbureau Bizob als verbonden partij, waarbij wij een eventueel financieel tekort moeten aanzuiveren.

  • Milieu

Het risicogebied Milieu heeft een totaal risicobedrag van € 270.000 met een gewogen risicokans van 8%. In april 2016 was dit nog € 250.000 of 10%. De wijzigingen zijn als volgt te verklaren.

1. Bodemsanering
Uit gesprekken met de provincie verwachten wij, dat de saneringskosten voor de verontreinigde bodem tussen de Kapelaan J.A. Heerenstraat en de Nieuwstraat niet voor rekening van de gemeente Best komen. Daarom is voor dit onderdeel het risicobedrag verlaagd naar € 150.000. De risicokans blijft 10%.

2. Leverplicht aan Attero Huishoudelijk Restafval (HRA)
Tussen de Brabantse gewesten en gemeenten als opdrachtgevers resp. Attero Zuid B.V. als opdrachtnemer bestaat een geschil over de naheffing voor het aanleveren en verwerken van brandbaar restafval in de periode 2011- 2014. Over dit geschil is op grond van de tussen partijen gesloten Aanbiedingsovereenkomst een arbitrale procedure gevoerd. Op 8 januari 2016 is in deze arbitrale procedure vonnis gewezen. In dit arbitraal vonnis hebben arbiters alle vorderingen van Attero Zuid B.V. afgewezen.

Ten aanzien van het arbitraal vonnis van 8 januari 2016 staat geen hoger beroep open voor Attero. Wel bestaat de mogelijkheid tot het indienen van een vordering tot vernietiging van het arbitraal vonnis. Van deze mogelijkheid heeft Attero tijdig gebruik gemaakt door op 7 april jl. een vernietigingsdagvaarding te laten betekenen door de deurwaarder.  Daarmee is Attero jegens de Brabantse gewesten en gemeenten een vernietigingsprocedure gestart.
Deze procedure heeft betrekking op de gronden die er zijn om tot vernietiging van het arbitraal vonnis over te gaan. Het inhoudelijk geschil over de naheffing zal niet door het gerechtshof worden beslecht. Indien het arbitraal vonnis d.d. 8 januari 2016 (gedeeltelijk) zou worden vernietigd, dient over de naheffing opnieuw een arbitrage te worden gestart.

De Vereniging van Contractanten (VvC)  voert namens gewesten en gemeenten verweer in de Vernietigingsprocedure. De doelstelling is vanzelfsprekend om het arbitraal vonnis d.d. 8 januari 2016 in stand te houden.
Wij schatten het risicobedrag en de risicokans op naheffing voor de gemeente Best op € 120.000 of 5%. In 2016 was dit risico niet opgenomen in de analyse.

  1. Overtreding wet- en regelgeving

Bij overtreding van bepaalde wet- en regelgeving (bijvoorbeeld privacybeveiliging) kan een boete worden opgelegd. Wij achten deze kans klein, maar deze is niet uit te sluiten. De schatting van het financieel gevolg van dit risicogebied is vastgesteld op € 850.000. De risicokans is geschat op 5%. In 2016 was dit risicogebied niet opgenomen in de analyse.

De overige risicogebieden zijn niet gewijzigd. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de risicogebieden gerangschikt naar invloed op de benodigde weerstandscapaciteit.

Tabel 1: Belangrijkste financiële risico's (*)

Nr.

Risico

Gevolgen

Kans

Financieel gevolg

Invloed

1

Werkloosheidsuitkeringen, wachtgeldverplichtingen personeel

Lasten van werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden en loondoorbetalingen

90%

 € 250.000

34,21%

2

Verstrekte en gewaarborgde geldleningen

Verstrekken van renteloze geldleningen en betaling van borgstellingen

5%

€ 5.000.000

24,48%

3

Gemeenschappelijke regelingen (GR)

Hoger lasten door hogere bijdrage(n) aan exploitatie van GR'en

30%

 € 300.000

13,13%

4

Aansprakelijkheid en schadevergoedingen

Extra lasten in verband met schadevergoedingen, niet begroot

90%

 € 100.000

10,80%

5

Uitkering gemeentefonds (inwonersgroei en woningbouw)

Structureel lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds en lagere opbrengsten van bouwleges en lokale heffingen

50%

 € 100.000

9,02%

6

Overtreding wet- en regelgeving

Extra lasten als gevolg van een boete

5%

 € 850.000

3,81%

7

Milieu

Extra lasten, niet begroot

8%

 € 270.000

2,38%

8

Molen De Volharding

Extra lasten; niet begroot

10%

 € 257.500

2,17%

(*) Toelichting:
1. De risicogebieden grondexploitatie algemeen, Centrumplan en de Vleut zijn uit de tabel verdwenen, omdat de benodigde weerstandscapaciteit kleiner is dan de bestemmingsreserve grondexploitaties.

2. Het risicogebied sociaal domein kent ook financiële risico's. De schatting van deze risico's blijken kleiner te zijn dan de gevormde bestemmingsreserve sociaal domein. Daarom is dit risicogebied niet opgenomen in de tabel en de risicoberekeningen voor de benodigde weerstandscapaciteit.

Uit de simulatie van de risico's volgt een benodigde weerstandscapaciteit van € 558.671.

Tabel 2: Beschikbare weerstandscapaciteit in de vermogenssfeer per 1-1-2017

Weerstand

Huidige capaciteit

Vrije algemene reserve

€ 28.558.000

Stille reserves

€  1.649.000  

Totale weerstandscapaciteit

€ 30.207.000

Ratio weerstandsvermogen  =

  (beschikbare weerstandscapaciteit)

€ 30.207.000

  =54,1

  (benodigde weerstandscapaciteit)      

€ 558.671

Ten opzichte van de analyse per 1 april 2016 (25,2) is het ratio gestegen. De belangrijkste oorzaken van de stijging van het ratio is de vaststelling van de bestemmingsreserve voor de grondexploitaties, waardoor deze risicogebieden niet langer in de risicosfeer vallen.

Grafiek 2 geeft een weergave van de ontwikkeling van de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit sinds 2012.

Grafiek 2 Weerstandscapaciteit

Onderstaande normtabel voor het ratio is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente.

Tabel 3: Weerstandsnorm

Waarderingscijfer

Ratio

Betekenis

A

>2.0

uitstekend

B

1.4-2.0

ruim voldoende

C

1.0-1.4

voldoende

D

0.8-1.0

matig

E

0.6-0.8

onvoldoende

F

<0.6

ruim onvoldoende

Conclusie
Het ratio van de gemeente valt in klasse A. Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen.

Beheersen van risico's

Op de risicogebieden (zie: tabel 1) sturen wij nadrukkelijk met beheersmaatregelen om de kans op schade te beperken. Maatregelen zijn bijvoorbeeld: frequent monitoren, risico’s afwentelen, verzekeren.