Hieronder wordt het geprognosticeerde begrotingssaldo weergegeven. De begroting 2017 laat een sluitende meerjarenraming zien.

Ontwikkeling begrotingssaldo 2017 - 2020

( '-' = nadelig)

Ontwikkeling begrotingssaldo

2017

2018

2019

2020

Geprognosticeerd begrotingssaldo kaderbrief 2017

115.833

1.002

5.580

-144.131

Mutaties begrotingssaldo naar aanleiding van meicirculaire 2016

-39.808

250.709

279.474

285.839

Geprognosticeerd begrotingssaldo inclusief meicirculaire 2016

76.025

251.711

285.054

141.708

Mutaties na kaderbrief 2017:

- Opnemen van prijsindexering 2018-2020

0

-100.000

-200.000

-300.000

- Algemene uitkering uit het gemeentefonds ( a.d.h.v. fictieve juli circulaire)

258.000

332.000

326.000

345.000

- Bijstandsuitkeringen

-216.000

-216.000

-216.000

-216.000

- Renteresultaat

179.000

163.000

122.000

142.000

- Diverse overige verschillen

104.645

198.822

162.848

384.952

Totaal mutaties na kaderbrief

325.645

377.822

194.848

355.952

Geprognosticeerd begrotingssaldo inclusief nagekomen mutaties

401.670

629.533

479.902

497.660

Opnemen in 1e wijziging begroting 2017

Gevolgen septembercirculaire 2016

205.540

257.902

262.819

123.977

Interne mobiliteit 

-100.000

-100.000

-100.000

-100.000

Administratieve aanpassingen

55.045

32.614

33.196

33.791

Personele lasten re-integratie

-200.000

-200.000

-200.000

-200.000

Omzetten incidentele lasten 

-285.000

-205.000

Totaal 1e wijziging begroting 2017

-324.415

-214.484

-3.985

-142.232

Geprognosticeerd begrotingssaldo inclusief 1e wijziging 2017

77.255

415.049

475.917

355.428

Toelichting op de mutaties na de kaderbrief

Bij de behandeling van de kaderbrief in de raadsvergadering is aangegeven dat de bevriezing van de prijsindexering teruggedraaid zou worden. Dit heeft uiteraard een effect op de meerjarenraming en is zichtbaar verwerkt in bovenstaande tabel.

Eerder in dit voorstel is uitleg gegeven over de algemene uitkering en dat er voor de zomer door het Rijk informatie is verstrekt over de gevolgen van de uitkomsten van een verdiepend onderzoek. Dit betekent voor de gemeente Best een structurele verhoging van de algemene uitkering met € 170.000. Dit wordt veroorzaakt doordat de verdeling van het subcluster VHROSV (Volkshuisvesting, Ruimte Ordening en Stedelijke Vernieuwing) is aangepast. Daarnaast is de algemene uitkering verhoogd met € 70.000 in 2017 en met € 100.000 in 2018 en verder door een bijstelling van het aantal verwachte bijstandsgerechtigden. Tezamen betekent dit een financiële mutatie van € 258.000 in 2017 oplopend tot € 345.000 in 2020.

De lasten voor de gebundelde uitkeringen (met name WWB en IOAW) stijgen naar verwachting met € 216.000. Tegenover deze stijgende uitkeringslasten staat een verhoging van de algemene uitkering van ongeveer € 100.000. Een verhoogde instroom als gevolg van het huisvesten van 162 statushouders is niet verwerkt in deze bijstelling. Dit omdat er tegenover hogere lasten ook een hogere bijdrage van het Rijk zal worden ontvangen. Het effect van de instroom van de statushouders is nog onbekend.

Het renteresultaat is gewijzigd als gevolg van aanpassing van de rente van 1,5% naar 0,5% voor het financieringstekort. De diverse overige verschillen in 2020 worden met name verklaard door aanpassingen in de ramingen voor prijs- en loonstijgingen en areaaluitbreidingen ten opzichte van de kaderbrief 2017.

Toelichting mutaties in 1ebegrotingswijziging 2017
Op Prinsjesdag is de septembercirculaire 2016 ontvangen. De effecten hiervan zijn in bovengenoemde financiële foto opgenomen. De positieve gevolgen van de septembercirculaire wordt veroorzaakt doordat de uitgaven van het Rijk zijn toegenomen. Deze toename van uitgaven zijn onder andere op het gebied van veiligheid, defensie, zorg, onderwijs en armoedebestrijding als ook een verwachte prijs- en loonkostenstijging vanaf 2018. Ook zal er in de 1e begrotingswijziging een mutatie worden opgenomen in verband met interne mobiliteit welke gevolgen heeft op het exploitatiesaldo. De administratieve aanpassingen hebben betrekking op een tweetal posten die onjuist waren verwerkt in de primitieve begroting.

Incidentele uitgaven mag je dekken uit een reserve. Als gevolg van de uitkomsten van de septembercirculaire is er geen noodzaak om eenmalige (lees: 2017 én 2018) uitgaven te dekken uit de vrije algemene reserve. Daarom zijn deze uitgaven nu ten laste van het begrotingssaldo gebracht waardoor de vrije algemene reserve weer toeneemt met € 285.000 in 2017 en € 205.000 in 2018.